“We weten dat een deel van onze collectie verworven is in de koloniale periode, een periode van grote machtsverschillen en onrecht”, zegt Stijn Schoonderwoerd, directeur van het NMVW. “Ook al zijn objecten in die vier eeuwen van wereldwijde koloniale relaties om allerlei redenen van eigenaar veranderd, het is zeker dat wij ook objecten beheren waarvan de oorspronkelijke eigenaar niet uit eigen beweging afstand heeft gedaan. In die gevallen zijn claims in onze ogen gerechtvaardigd. Als we vandaag de dag op basis van internationale verdragen zeggen dat uit Syrië gestolen objecten niet in onze collectie thuishoren, waarom zou dat principe dan niet gelden voor objecten die 100 jaar geleden zijn geroofd?”
Het Nationaal Museum van Wereldculturen (Tropenmuseum Amsterdam, Museum Volkenkunde Leiden, Afrika Museum Nijmegen) publiceert vandaag de principes waarmee het museum claims op terugkeer van objecten uit de collectie gaat beoordelen.
Objecten waarvan de oorspronkelijke eigenaar niet vrijwillig afstand heeft gedaan, komen in aanmerking voor teruggave. Ook staat het NMVW open voor de terugkeer van objecten die een grote culturele of maatschappelijke waarde hebben in het land van herkomst. Op basis van deze principes en een heldere procedure brengt het NMVW in het geval van claims advies uit aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Die beslist als de eigenaar van de collectie uiteindelijk wat er met het betreffende object moet gebeuren.
Dialoog met herkomstlanden
Behalve dat het NMVW nu expliciet maakt hoe claims kunnen worden ingediend en op welke gronden die worden beoordeeld, doet het museum ook zelf onderzoek naar onderdelen van de collectie waarvan het vermoeden bestaat dat er sprake is van roofkunst. “Zoals het ook bij claims op geroofde kunst in de Tweede Wereldoorlog de praktijk is, moet er voor elke casus zorgvuldig forensisch en historisch onderzoek worden gedaan naar hoe het object in het museum is terecht gekomen. Samen met de claimende partij kijken we welke informatie beschikbaar is om tot een oordeel te komen. De dialoog met herkomstlanden is sowieso ontzettend belangrijk”, aldus Schoonderwoerd.
Het NMVW stelt geen eisen aan de museale condities waarmee het object na eventuele terugkeer door de terugvragende partij wordt beheerd. “Als eenmaal is vastgesteld dat het object niet in ons bezit had mogen zijn, dan is het daarna feitelijk niet meer aan ons om te bepalen hoe de eigenaar of diens opvolgers er mee om zouden moeten gaan. Maar natuurlijk denken en praten we daar graag over mee, als daar behoefte aan is”, zegt Schoonderwoerd.
De principes voor teruggave die NMVW-publiceert maken ook het terugvragen mogelijk van objecten die van groot nationaal, cultureel of maatschappelijk belang zijn voor het herkomstland. “In de Nederlandse Erfgoedwet wordt erkend dat bepaalde objecten onlosmakelijk met ons land verbonden zijn en altijd behouden moeten blijven voor Nederland. Evenzo kunnen er nu objecten in onze depots liggen waarvan een ander land zegt: die zijn voor ons nationale bewustzijn of ons culturele leven ontzettend belangrijk. Dan moet dat bespreekbaar zijn.”
Stappen zetten
De omgang met koloniale collecties staat ook in andere landen op de agenda. “We hebben uiteraard contact met collega’s in binnen- en buitenland, en nu is het tijd om ook echt stappen te gaan zetten. Door heldere principes te formuleren voor de dialoog met herkomstlanden en door met concrete claims aan de slag te gaan, kunnen we ervaring opdoen in de praktijk. Onze hoop is dat deze aanpak uiteindelijk leidt tot een werkwijze die voor de hele museumsector kan gelden.
We gaan jaarlijks evalueren hoe dit uitpakt en onze ervaringen ruimhartig delen met andere musea en het Ministerie. En we praten daarbij ook over samenwerking met andere instellingen, bijvoorbeeld op het gebied van herkomstonderzoek”.
Het NMVW stelt een commissie in met externe deskundigen, die moeten toetsen of het museum het herkomstonderzoek goed heeft uitgevoerd en of de argumentatie waarmee het museum tot diens (voorlopige) advies komt, steek houdt. Deze commissie brengt vervolgens het advies uit aan de Minister, die als eigenaar van de collectie besluit wat er met het object in kwestie gebeurt. De samenstelling van de commissie wordt binnenkort bekend gemaakt.
Noot voor de redactie
Voor meer informatie en aanvullend beeldmateriaal kunt u contact opnemen met persvoorlichter Anouk Goorman: T. 06 296 022 27 E. pers@afrikamuseum.nl