In de winter werd een buiten-amautik over een binnen-amautik gedragen. Hierdoor ontstond een isolerende luchtlaag tussen de twee lagen bont. De lekkere warme lucht die zo van de rug van de moeder, tussen de schouderbladen naar boven loopt, kan door haar met de capuchon geregeld worden. Hebben zij of het kind het te warm dan doet ze de capuchon gewoon af. In plaats van in een gewone draagzak op de rug, kan het kindje in deze jas gezellig over de schouder van de moeder de wereld inkijken.
Een amautik, is een kledingstuk waarin Canadese Inuit vrouwen hun baby op de rug dragen. Hoe dat precies werkt lees je hier.
Lekker warm
De brede capuchon laat voldoende frisse lucht door voor de baby als die dieper op de rug van de moeder in de amautik zit. Omdat de riem rondom heel makkelijk losser kan worden gedaan, kan de mama het kindje onder haar de arm naar voren schuiven en aan de borste leggen, zonder dat ze het uit de warme amautik hoeft te halen. Een kledingstuk met verborgen mogelijkheden!
En last but not least: de jassen van kariboebont en zeehondenbont rekken uit wanneer de baby groeit: zo groeit de ruimte waar de baby in zit dus mee! Kinderen werden vroeger wel tot hun vierde in de amautik gedragen, maar langer kon ook. Tegen die tijd had het kind natuurlijk wel wat meer bewegingsvrijheid nodig. En wanneer er eerder een tweede kindje geboren werd, moest het grotere broertje of zusje al sneller plaats maken voor de nieuwe baby.
Geen 'potjestraining' meer nodig!
Behalve praktisch was de amautik ook belangrijk voor de band tussen moeder en kind. De moeder kan, met het kindje op haar blote huid, haar kindje heel goed ‘aanvoelen’. Ze merkt wanneer het kindje zijn behoefte moet doen en haalt het dan razendsnel uit de amautik. Zo worden kinderen dan ook al heel snel zindelijk. Een ‘ongelukje’ was soms natuurlijk onvermijdelijk. Omdat je een amautik van bont niet zo makkelijk in de wasmachine kunt gooien, keerden ze de jas binnenstebuiten en werd die geschraapt en met water en later zeep gewassen, geboend en gedroogd.
Huiden werden vroeger ook wel buiten in de sneeuw gelegd. Het was wel oppassen dat de sledehonden ze niet opvraten! Ze werden dan als het ware gevriesdroogd. De ijskristallen die dan ontstonden, werden met een houten of benen klopper van de bontvacht afgeslagen. De jas werd in huis verder gedroogd, vroeger boven de traanlamp, later boven het kolenfornuis, nu boven de centrale verwarming.
Tekening door Lily Eversdijk Smulders, met dank aan Stichting Lily.